Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Oorgat": blz. 107, 335 (afdekbare spleet in vaste brug om de scheepsmasten door te laten. Ook "doorgat")
- Janse, H., Amsterdam gebouwd op palen. Amsterdam (De Brink), 1993. [95 blz. ISBN 90.216.7031.3]. Hierin, in het hoofdstuk 'Bruggen', over het "Oorgat" : blz. 28-29 (Het kostte veel tijd om de mast te strijken om door te kunnen varen onder een vaste houten brug (die kon niet open). Gemakkelijker was het om de mast omhoog te laten. Daarom werd er in het midden een sleuf open gelaten, "die met opklapbare schotten kon worden dichtgemaakt. Men noemde dat een 'oorgat'. Het oorgat was niet geschikt om met een wagen over te rijden." Het probleem werd opgelost door de ophaalbrug, die begin 16de eeuw verscheen. Voor brede schepen was een dubbele ophaalbrug, met twee klappen, de oplossing.).
- Dalen, J.L. van, Geschiedenis van Dordrecht. Dordrecht (C. Morks), 1933 [1212 blz. (in 2 banden) ISBN -]. Hierin: t.o. blz. 624 (afbeelding, ca 1869: "Gezicht in de Voorstraatshaven bij de oude Pelsebrug. Pelsebrug met mastgat")